ruien
Nederlands
Woordafbreking
- rui·en
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘periodiek haren verliezen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1567 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ruien |
ruide |
geruid |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
ruien
- (van vogels) op regelmatige tijden van veren wisselen.
- Deze vogels hebben nog niet geruid.
Gangbaarheid
- Het woord ruien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ruien' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.