opjutten

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·jut·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opjutten
jutte op
opgejut
zwak -t volledig

Werkwoord

opjutten

  1. overgankelijk kwaad en opgewonden maken
    • Ton was zijn zus aan het opjutten tegen Charlie. 

Gangbaarheid

  • Het woord opjutten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.