opportuniteitsbeginsel
Nederlands
Woordafbreking
- op·por·tu·ni·teits·be·gin·sel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van opportuniteit en beginsel met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | opportuniteitsbeginsel | opportuniteitsbeginselen, opportuniteitsbeginsels |
verkleinwoord | opportuniteitsbeginseltje | opportuniteitsbeginseltjes |
Zelfstandig naamwoord
opportuniteitsbeginsel o
- (juridisch) het beginsel dat een officier van justitie zelf beslist of een strafbaar feit vervolgd wordt
Gangbaarheid
- Het woord opportuniteitsbeginsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.