oplichten
Nederlands
Woordafbreking
- op·lich·ten
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van op bw en lichten ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
oplichten |
lichtte op |
opgelicht |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
oplichten
- overgankelijk van de bodem opheffen
- Hij lichtte het vloerkleed op.
- overgankelijk met bedrog iemand geld afhandig maken
- Hij lichtte hem op en beroofde hem van al zijn spaargelden.
- ergatief helder worden, meer licht gaan geven
- Bij het horen van het goede nieuws lichtten zijn ogen op.
Vertalingen
2. met bedrog iemand geld afhandig maken
3. helder worden, meer licht gaan geven
Gangbaarheid
- Het woord oplichten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'oplichten' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.