opgebouwd

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·ge·bouwd
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opbouwen

opgebouwd

  1. voltooid deelwoord van opbouwen
stellend
onverbogen opgebouwd
verbogen opgebouwde
partitief opgebouwds

Bijvoeglijk naamwoord

opgebouwd

  1. gemaakt
    • Hij heeft het huis met eigen handen opgebouwd. 
    • Hij heeft goede relaties met zijn klangen opgebouwd. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord opgebouwd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.