gemaakt
Nederlands
Woordafbreking
- ge·maakt
Deelwoord
deelwoord | ||
---|---|---|
onverbogen | gemaakt | |
verbogen | gemaakte | |
partitief | gemaakts | |
vervoeging van | ||
maken |
gemaakt voltooid deelwoord van maken
- vormt de voltooide tijden
- Hij heeft het gemaakt.
- vormt de lijdende vorm
- Het wordt gemaakt.
- attributief gebruikt
- Dit in China gemaakte product is erg populair.
- partitief gebruikt
- Iets met de hand gemaakts gaat er altijd wel in bij hem.
- bijwoordelijk gebruikt
- Zijn huiswerk gemaakt, veroorloofde hij zich een computerspelletje te gaan spelen.
Hyponiemen
- eigengemaakt, gelijkgemaakt, goedgemaakt, handgemaakt, klaargemaakt, welgemaakt, zelfgemaakt, zwartgemaakt
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gemaakt | gemaakter | gemaaktst |
verbogen | gemaakte | gemaaktere | gemaaktste |
partitief | gemaakts | gemaakters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
gemaakt
- onecht, kunstmatig aandoend, onoprecht
- Zijn optreden is er alleen maar nog gemaakter op geworden.
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
- gemaaktheid
Gangbaarheid
- Het woord gemaakt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gemaakt' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.