gemaakt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gemaakt    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɣə'makt/
Woordafbreking
  • ge·maakt
Woordherkomst en -opbouw

Deelwoord

deelwoord
onverbogen gemaakt
verbogen gemaakte
partitief gemaakts
vervoeging van
maken

gemaakt voltooid deelwoord van maken

  1. vormt de voltooide tijden
    • Hij heeft het gemaakt. 
  1. vormt de lijdende vorm
    • Het wordt gemaakt. 
  1. attributief gebruikt
    • Dit in China gemaakte product is erg populair. 
  1. partitief gebruikt
    • Iets met de hand gemaakts gaat er altijd wel in bij hem. 
  1. bijwoordelijk gebruikt
    • Zijn huiswerk gemaakt, veroorloofde hij zich een computerspelletje te gaan spelen. 
Hyponiemen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen gemaaktgemaaktergemaaktst
verbogen gemaaktegemaakteregemaaktste
partitief gemaaktsgemaakters-

Bijvoeglijk naamwoord

gemaakt

  1. onecht, kunstmatig aandoend, onoprecht
    • Zijn optreden is er alleen maar nog gemaakter op geworden. 
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • gemaaktheid
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gemaakt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.