openingszin

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  openingszin    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈopənɪŋˌsɪn/
Woordafbreking
  • ope·nings·zin
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord openingszin openingszinnen
verkleinwoord openingszinnetje openingszinnetjes

Zelfstandig naamwoord

openingszin m

  1. eerste zin van een toespraak of van een schriftelijk werk
    • 'Ik ben makelaar in koffie, en woon op de Lauriergracht No. 37.' is de openingszin van Max Havelaar geschreven door Multatuli 
    • 'In het zwartst van de tijd, omtrent Kerstmis, werd op de Rotterdamse kraamzaal het kind Jacob Willem Katadreuffe met de sectio caesarea ter wereld geholpen.' is de openingszin van F. Bordewijk: Karakter. 
  1. de eerste zin die je zegt als je iemand aanspreekt
    • Vaak worden openingszinnen gebruikt als mensen (vaak man) in contact willen komen met een interessant persoon (vaak vrouw). 

Gangbaarheid

  • Het woord openingszin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.