openbaarheid
Nederlands
Woordafbreking
- open·baar·heid
Zelfstandig naamwoord
openbaarheid v
- het zichtbaar of toegankelijk zijn voor het grote publiek
- Hij vertelde in alle openbaarheid over zijn voorgenomen huwelijk.
- De discussie over de nieuwe AZC-lokaties werd in alle openbaarheid gevoerd.
Gangbaarheid
- Het woord openbaarheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'openbaarheid' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.