oorbel
![](../I/m/Navel_Curve_As_Earring.jpg)
Een oorbel.
Nederlands
Woordafbreking
- oor·bel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van oor en bel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oorbel | oorbellen |
verkleinwoord | oorbelletje | oorbelletjes |
Zelfstandig naamwoord
oorbel v/m
- een ornament dat in of op het oor aangebracht wordt
- Hij had een oorbelletje in zijn rechteroor.
Hyponiemen
- powisi-oorbel
Afgeleide begrippen
- oorbelbloem
Vertalingen
1. een ornament dat in of op het oor aangebracht wordt
Gangbaarheid
- Het woord oorbel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'oorbel' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.