ooglid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ooglid    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈoχ.lɪt/
Woordafbreking
  • oog·lid
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘huidplooi over het oog’ voor het eerst aangetroffen in 1287 [1]
  • samenstelling van  oog   en  lid  
enkelvoud meervoud
naamwoord ooglid oogleden
verkleinwoord ooglidje ooglidjes

Zelfstandig naamwoord

ooglid o

  1. (anatomie) een beschermend vlies van huid dat over de ogen bewogen kan worden
    • Als je met je ogen knippert, beweeg je je ooglid over je ogen. 
    • Als kind had hij een bleek, vrijwel rond gezicht met zware oogleden, waardoor hij iets van een verdrietige Pierrot had. [2] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ooglid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.