onversaagd

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·ver·saagd
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘onverschrokken’ voor het eerst aangetroffen in 1285 [1]
  • antoniem van versaagd met het voorvoegsel on- [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen onversaagdonversaagderonversaagdst
verbogen onversaagdeonversaagdereonversaagdste
partitief onversaagdsonversaagders-

Bijvoeglijk naamwoord

onversaagd

  1. zonder vrees
    • Onversaagd te werk gaan. 
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
  • onversaagdheid

Meer informatie

  • Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

  • Het woord onversaagd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
77 %van de Nederlanders;
83 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.