ontwaren
Nederlands
Woordafbreking
- ont·wa·ren
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘gewaarworden’ voor het eerst aangetroffen in 1790 [1]
- Afgeleid van ontwaar worden (verg. waarnemen , bewaren)
- Naamwoord van handeling van waren met het voorvoegsel ont- [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ontwaren |
ontwaarde |
ontwaard |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
ontwaren
- overgankelijk een moeilijk waarneembaar object beginnen waar te nemen
- Tot zijn schrik ontwaarde hij een tijger in het hoge gras.
Vertalingen
1. een moeilijk waarneembaar object beginnen waar te nemen
Gangbaarheid
- Het woord ontwaren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ontwaren' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.