ontpitten

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·pit·ten
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van pit met het voorvoegsel ont- en met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ontpitten
ontpitte
ontpit
zwak -t volledig

Werkwoord

ontpitten

  1. overgankelijk een vrucht van zijn pit of pitten ontdoen
    • Deze olijven zijn ontpit en gevuld met stukjes ansjovis. 
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
ontpitten

ontpitten

  1. meervoud verleden tijd van ontpitten
    • Wij ontpitten. 
    • Jullie ontpitten. 
    • Zij ontpitten. 

Gangbaarheid

  • Het woord ontpitten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.