onkruid
Nederlands
Woordafbreking
- on·kruid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onkruid | onkruiden |
verkleinwoord | onkruidje | onkruidjes |
Zelfstandig naamwoord
onkruid o
- planten die voorkomen op plekken waar ze niet gewenst zijn
- Je moet het onkruid even weghalen.
Afgeleide begrippen
Spreekwoorden
- Onkruid vergaat niet.
De nuttelozen of onwaardigen blijven het langst leven.
- Wie zijn eigen tuintje wiedt, ziet het onkruid van een ander niet.
Een aansporing om zich kritisch op te stellen ten opzichte van zichzelf en niet ten opzichte van anderen.
Vertalingen
1. planten die voorkomen op plekken waar ze niet gewenst zijn
Gangbaarheid
- Het woord onkruid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'onkruid' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.