onderzoeker

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·der·zoe·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onderzoeker onderzoekers
verkleinwoord onderzoekertje onderzoekertjes

Zelfstandig naamwoord

onderzoeker m

  1. iemand die een onderzoek uitvoert
  2. (beroep) een beoefenaar van de wetenschap
    • De onderzoeker probeerde de gang van zaken te doorgronden. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord onderzoeker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.