onderzoek
Nederlands
Uitspraak
Uitspraak
- Geluid: ònderzoek (hulp, bestand)
- IPA: / 'ɔndərzuk /
- Geluid: onderzóék (hulp, bestand)
- IPA: / ɔndər'zuk /
- IPA: /ɔndər'zuːk/
Woordafbreking
- on·der·zoek
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van onderzoeken
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onderzoek | onderzoeken |
verkleinwoord | onderzoekje | onderzoekjes |
Zelfstandig naamwoord
ònderzoek o
- het onderzoeken van iets
- Hij deed een onderzoek naar de herkomst van de Afrikaanse taal.
- De grootvader is ingestort. Hij is overgebracht naar het ziekenhuis van Manacor. Hij wordt verdacht van onopzettelijke doodslag. Het Anatomisch Forensisch Instituut van Palma voert een autopsie uit op het lichaam van het kleine meisje. De nationale politie heeft een onderzoek geopend naar de toedracht van het incident. [1]
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
onderzoeken |
onderzóék
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderzoeken
- Ik onderzoek.
- gebiedende wijs van onderzoeken
- Onderzoek!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderzoeken
- Onderzoek je?
Gangbaarheid
- Het woord onderzoek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'onderzoek' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.