onbeschrijfelijk
Nederlands
Woordafbreking
- on·be·schrij·fe·lijk
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van beschrijven met het voorvoegsel on- met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onbeschrijfelijk | onbeschrijfelijker | onbeschrijfelijkst |
verbogen | onbeschrijfelijke | onbeschrijfelijkere | onbeschrijfelijkste |
partitief | onbeschrijfelijks | onbeschrijfelijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
onbeschrijfelijk [1]
- waarvan het niet mogelijk is een (goede) beschrijving te geven
- De ramp resulteerde in een onbeschrijfelijke ellende.
- vaak afgezwakt, bij overdrijving bijzonder, groot, erg
- Ik heb een onbeschrijfelijke honger.
Bijwoord
onbeschrijfelijk
- op onbeschrijfelijke wijze
- We hebben onbeschrijfelijk lekker gegeten!
Vertalingen
1. waarvan het niet mogelijk is een (goede) beschrijving te geven
2. vaak afgezwakt, bij overdrijving bijzonder, groot, erg
Gangbaarheid
- Het woord onbeschrijfelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'onbeschrijfelijk' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.