notenleer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  notenleer    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈnotə(n)ler/
Woordafbreking
  • no·ten·leer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord notenleer -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

notenleer m/v

  1. (muziek) les in toonladders en notenschrift
    • Ook nieuw: wie een muziekinstrument wil leren spelen, hoeft niet langer een eerste jaar notenleer te volgen. [1]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord notenleer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.