nooit

Nederlands

Uitspraak

Geluid: nooit (hulp, bestand)
IPA: /ˈnoːit/

Woordafbreking

nooit

Woordherkomst en -opbouw

In de betekenis van ‘bijwoord van tijd: op geen enkel tijdstip’ voor het eerst aangetroffen in 1265 [1]
Samenstelling van een ontkennend partikel en ooit. [2]

Bijwoord

nooit

op geen enkel moment

Synoniemen

nimmer

Antoniemen

altijd, steeds, immer, ooit

Afgeleide begrippen

ammenooitniet

Vertalingen

1. op geen enkel moment

Duits: niemals ^(de), nie ^(de)
Engels: never ^(en)
Esperanto: neniam ^(eo)
Frans: Ιn het Frans wordt een 'nooit'-vorm gevormd door 'ne' en 'jamais ^(fr)' voor en na de persoonvorm te zetten. Wilt u bijvoorbeeld "Ik ben nooit ziek" zeggen, dan zegt u in het Frans "Je ne suis jamais malade".

Grieks: ποτέ ^(el) (poté) In het Grieks wordt een 'nooit'-vorm gevormd door 'δεν' en 'ποτέ' voor en na de persoonvorm te zetten. Wilt u bijvoorbeeld "Ik ben nooit ziek" zeggen, dan zegt u in het Grieks "Δεν είμαι ποτέ άρρωστος".
Ido: nultempe ^(io)
Russisch: никогда ^(ru)
Spaans: nunca ^(es), jamás ^(es), no ... nunca ^(es)

Gangbaarheid

Het woord nooit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'nooit' herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.