negatie
Nederlands
Woordafbreking
- ne·ga·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘ontkenning’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- Naamwoord van handeling van negeren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | negatie | negaties |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
negatie v [3]
- ontkenning, loochening
- begrip dat het tegenovergestelde is van een ander begrip
- door het toevoegen van een negatieprefix wordt een positief getal negatief en omgekeerd
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Verwante begrippen
- aidsontkenning, godsontkenning, Holocaustontkenning, ontkennen, ontkenningsfase, ontkenningswoord
Vertalingen
1. het ontkennen
Gangbaarheid
- Het woord negatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'negatie' herkend door:
62 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.