inverteren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·ver·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘omkeren’ voor het eerst aangetroffen in 1658 [1]
  • [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
inverteren
inverteerde
geïnverteerd
zwak -d volledig

Werkwoord

inverteren [3]

  1. omkeren, omdraaien
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord inverteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
72 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.