navelsinaasappel

Nederlands

navel sinaasappel
navel sinaasappel met tweede vruchtje
Uitspraak
Woordafbreking
  • na·vel·si·naas·ap·pel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord navelsinaasappel navelsinaasappels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

navelsinaasappel m

  1. (fruit) pitloze sinaasappel met navelachtig putje waar een tweede vruchtje is
    • Een van de weinige vruchten waar je van op aan kunt, is de sinaasappel. Zo'n dikke, zware navelsinaasappel. Heel vervelend om schoon te maken, natuurlijk. Maar wel echt lekker. [1] 
    • Hij toont de navelsinaasappels die hij wel laat plukken. „20 cent per kilo krijg ik ervoor. Ze zijn niet opgespoten om extra te glimmen, ze zijn netjes met de schaar geknipt, en zonder kunstmest gevoed. Dat is de toekomst.’’ [2] 
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord navelsinaasappel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Volkskrant Sylvia Witteman 17 februari 2004
  2. NRC Bas Mesters 10 februari 2010
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.