nudisme

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nu·dis·me
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘recreëren zonder kleding’ voor het eerst aangetroffen in 1950 [1]
  • Nieuwvorming afgeleid van het Latijnse nudus met het achtervoegsel -isme
enkelvoud meervoud
naamwoord nudisme
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

nudisme o

  1. leefstijl waarbij men ongekleed gaat
    • Wat is het verschil tussen nudisme en naturisme? 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord nudisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.