nationaliseren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·ti·o·na·li·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
nationaliseren
nationaliseerde
genationaliseerd
zwak -d volledig

Werkwoord

nationaliseren

  1. overgankelijk (politiek) tot eigendom van de staat maken
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord nationaliseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.