nationaliseren
Nederlands
Woordafbreking
- na·ti·o·na·li·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
nationaliseren |
nationaliseerde |
genationaliseerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
nationaliseren
- overgankelijk (politiek) tot eigendom van de staat maken
- door mismanagement moest er weer een bank worden genationaliseerd waardoor de belastingbetalers en aandeelhouders voor de verliezen konden opdraaien
Gangbaarheid
- Het woord nationaliseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'nationaliseren' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.