nat
Nederlands
Woordafbreking
- nat
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | nat | natter | natst |
verbogen | natte | nattere | natste |
partitief | nats | natters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
nat
- gedrenkt in een vloeistof, meestal water
- Hij nam het aanrecht af met een natte doek.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. gedrenkt in een vloeistof, meestal water
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nat | - |
verkleinwoord | natje | natjes |
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord nat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'nat' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Latijn
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.