nattig

Nederlands

ruig nattig biotoop
Uitspraak
Woordafbreking
  • nat·tig
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding nat met het achtervoegsel -ig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen nattignattigernattigst
verbogen nattigenattigerenattigste
partitief nattigsnattigers-

Bijvoeglijk naamwoord

nattig [1]

  1. niet helemaal droog
    • Snijd de roosjes van de bloemkool. Doe ze per twee a drie in een mixer en mix ze kort tot het de structuur heeft van couscous (circa 10 seconden per keer). Het mag niet nattig worden. Doe de couscous in een kom. [2] 
    • Femke was een van de kinderen die zaterdagmorgen haar arm in het gips liet zetten. Niet dat ze gevallen was of omdat ze zich eens een dagje wilde laten verwennen. Maar gewoon, omdat het kon. Hoe het voelt? "Wel een beetje raar, warm en een beetje nattig." [3] 


Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord nattig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
78 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.