murmurar

Spaans

Woordafbreking
  • mur·mu·rar
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
murmurar
murmuraba
murmurado
volledig

Werkwoord

murmurar

  1. kabbelen, klateren (van water)
  2. murmelen, mompelen, prevelen, fluisteren
  3. ruisen, ritselen (van wind)
  4. kletsen, kwaadspreken, roddelen, belasteren
Verwante begrippen
Synoniemen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.