fluisteren
Nederlands
Woordafbreking
- fluis·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘zacht spreken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1640 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
fluisteren |
fluisterde |
gefluisterd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
fluisteren
- inergatief spreken met gedempte stem
- Zij fluisterden om de kinderen niet wakker te maken.
- overgankelijk iets met gedempte stem zeggen
- Het antwoord werd in zijn oor gefluisterd.
Vertalingen
1. spreken met gedempte stem
Gangbaarheid
- Het woord fluisteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'fluisteren' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.