klateren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kla·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘helder klinken’ voor het eerst aangetroffen in 1351 [1]
  • [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
klateren
klaterde
geklaterd
zwak -d volledig

Werkwoord

kláteren [3] [4]

  1. onovergankelijk snel op elkaar volgende, heldere geluiden voortbrengen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
klateren
klateerde
geklateerd
zwak -d volledig

Werkwoord

klatéren [5]

  1. onovergankelijk afschaven, afschilferen
Afgeleide begrippen
  • klateersel, klatering

Gangbaarheid

  • Het woord klateren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.