morsen
Nederlands
Woordafbreking
- mor·sen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘knoeien’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1615 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
morsen /'mɔrsə(n)/ |
morste /'mɔrstə/ |
gemorst /ɣə'mɔrst/ |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
morsen
- overgankelijk materiaal daar laten belanden waar niet thuis hoort
- Hij morste rode wijn op zijn witte overhemd.
naamwoord van handeling | |
---|---|
zelfstandig | bijvoeglijk |
morsen | morsend |
gemors | gemorst |
Gangbaarheid
- Het woord morsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'morsen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.