monnikskap

Aconitum napellus

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mon·niks·kap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord monnikskap monnikskappen
verkleinwoord monnikskapje monnikskapjes

Zelfstandig naamwoord

monnikskap v / m [1]

  1. kap van een monnikspij
  2. (bouwkunde) met de wind meedraaiende kap op een schoorsteen, een gek
  3. (plantkunde) (medisch) Aconitum een geslacht van vaste planten uit de ranonkelfamilie (Ranunculaceae) waarvan de leden zeer giftig zijn en een kapvormig bovenste bloemblad hebben en waarvan sommigen o.a. worden gebruikt in zalven tegen zenuwpijnen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • monnikskapspier
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord monnikskap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.