modderen

Nederlands

Uitspraak

Geluid: modderen (hulp, bestand)

Woordafbreking

mod·de·ren

Woordherkomst en -opbouw

In de betekenis van ‘baggeren, van modder zuiveren’ voor het eerst aangetroffen in 1346 [1]
[2]

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
modderen	modderde	gemodderd
zwak -d	volledig

Werkwoord

modderen [3] [4]

onovergankelijk klungelen, prutsen

Verwante begrippen

beunhazen, knoeien, verhaspelen, verknoeien, verprutsen

Hyponiemen

aanmodderen, bemodderen, doormodderen, vermodderen

Afgeleide begrippen

gemodder
modderaar
modderbad
modderbak
modderbank
moddercampagne

modderduivel
modderfiguur
moddergat
moddergevecht
moddergooien
modderig

modderkap
modderkever
modderkoorts
modderkruiper
moddermolen
modderpaard

modderschuit
modderslang
moddersmijten
modderstroom
moddervechten
moddervet
modderworstelen

Vertalingen

1.

Engels: botch ^(en), bungle ^(en), screw up ^(en), spoil ^(en)

Spaans: chafallar ^(es) , chapucear ^(es)

Gangbaarheid

Het woord modderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'modderen' herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
89 %	van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.