beunhazen
Nederlands
Woordafbreking
- beun·ha·zen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
beunhazen |
beunhaasde |
gebeunhaasd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
beunhazen [1]
- inergatief het zonder de vereiste kennis en bevoegdheid uitoefenen van een vak
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord beunhazen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'beunhazen' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
75 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.