beunhazen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • beun·ha·zen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
beunhazen
beunhaasde
gebeunhaasd
zwak -d volledig

Werkwoord

beunhazen [1]

  1. inergatief het zonder de vereiste kennis en bevoegdheid uitoefenen van een vak
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Zelfstandig naamwoord

beunhazen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord beunhaas

Gangbaarheid

  • Het woord beunhazen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
75 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.