verprutsen
Nederlands
Woordafbreking
- ver·prut·sen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verprutsen |
verprutste |
verprutst |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
verprutsen
- iets waardeloos maken, iets verknoeien, verpesten
- De vlek verprutste de mooie trouwjurk en daarmee ook de hele bruiloft.
- niet nuttig gebruiken
- Hij verprutste zijn tijd, geld en moeite door maar te blijven werken aan de onmogelijke uitvinding.
Gangbaarheid
- Het woord verprutsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verprutsen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.