mobiliteitsprobleem
Nederlands
Woordafbreking
- mo·bi·li·teits·pro·bleem
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van mobiliteit zn en probleem zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mobiliteitsprobleem | mobiliteitsproblemen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
mobiliteitsprobleem o
- (verkeer) moeilijkheid met het zich op bepaalde tijdstippen kunnen verplaatsen in een bepaald gebied
- Het terughalen van honderden deelfietsen uit de stad blijkt veel lastiger dan verwacht. Volgens deelfietsbedrijf oBike het bewijs dat Amsterdam kampt met ernstige mobiliteitsproblemen.[1]
- it een studie blijkt dat de bouw van een brug tussen Sluisbuurt en het Oostelijk Havengebied nauwelijks zoden aan de dijk zet bij de mobiliteitsproblemen rond het Zeeburgereiland en IJburg.[2]
Gangbaarheid
- Het woord mobiliteitsprobleem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Het Parool MARC KRUYSWIJK 23 OKTOBER 2017 'Ophalen alle deelfietsen grotere klus dan verwacht'
- Het Parool MARC KRUYSWIJK 14 SEPTEMBER 2017 'Reiziger heeft geen behoefte aan dure brug Sporenburg'
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.