micro
![]() |
1. toestel om geluid om te zetten in elektrische signalen
![](../I/m/Heathkit_H89_Computer.jpg)
2. benaming voor de eerste computers met centrale verwerkingseenheid op één chip
![](../I/m/16microwikipedia.jpg)
3. oven die voedsel met behulp van microgolven verwarmt
Nederlands
Woordafbreking
- mi·cro
Woordherkomst en -opbouw
- [zelfstandig naamwoord]
- (verkorting) van microfoon
- van Engels micro of (verkorting) van microcomputer
- (verkorting) van microgolfoven
- [bijvoeglijk naamwoord]
- (verkorting) van micro-economisch
- (verkorting) van microsociologisch of naar het voorbeeld van de voorgaande verkortingen gebruikt als verwijzing naar Oudgrieks μικρός "klein" [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | micro | micro's |
verkleinwoord | microotje | microotjes |
Zelfstandig naamwoord
micro m
- toestel om geluid om te zetten in elektrische signalen zodat het kan worden versterkt of opgeslagen
- (historisch) (informatica) benaming voor de eerste computers met centrale verwerkingseenheid op één chip
- magnetron, oven die voedsel met behulp van microgolven verwarmt
stellend | |
---|---|
onverbogen | micro |
verbogen | (alleen predicaat) |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
- (economie) op de schaal van afzonderlijke bedrijven of huishoudens
- in het klein, op kleine schaal
Gangbaarheid
- Het woord micro staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'micro' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.