mesolithicum
Nederlands
Woordafbreking
- me·so·li·thi·cum
Woordherkomst en -opbouw
- van Engels Mesolithic, als naam voor het tijdperk in 1866 voorgesteld door de Ierse archeoloog H. Westropp[1]; samenstellende afleiding van Oudgrieks μέσος (mésos) "midden" en λίθος (líthos) "steen" met het achtervoegsel -icum, dus: "middensteentijd"[2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mesolithicum | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
mesolithicum o
- (archeologie) periode in de steentijd, waarin na de ijstijd de ontwikkeling naar landbouw en veeteelt plaatsvindt
- Volgens de huidige opvattingen is er sprake van een continuïteit tussen het laatpaleolithicum en het mesolithicum. [3]
Schrijfwijzen
- Vóór 2006 was de spelling Mesolithicum. In specialistische publicaties blijft volgens de Taalunie spelling met een hoofdletter mogelijk, zie hier.
Opmerkingen
- Er zijn ook archeologen die geen afzonderlijke periode tussen paleolithicum en neolithicum onderscheiden of de met de naam 'epipaleolithicum' de continuïteit met het eerstgenoemde tijdperk benadrukken.
Hyperoniemen
- steentijd of stenen tijdperk
- preneolithicum
Hyponiemen
- laatmesolithicum
- middenmesolithicum
- vroegmesolithicum
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
- mesolithisch
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord mesolithicum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- (eng) Gräslund, B. Dating Methods and Dating Systems in Nineteenth-Century Scandinavian Archaeology (22 oktober 1987) Cambridge University Press, Cambridge; ISBN 9780521322492; p. 38; geraadpleegd 2016-02-06
- mesolithicum op website: Etymologiebank.nl
- mesolithicum (ID: 1204) op website: inventaris.onroerenderfgoed.be; geraadpleegd 2016-02-05
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.