meesterschap

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mees·ter·schap
Woordherkomst en -opbouw
1 enkelvoud meervoud
naamwoord meesterschap meesterschappen
verkleinwoord meesterschapje meesterschapjes

Zelfstandig naamwoord

meesterschap o [1]

  1. een vakmanschap
    • Dit beroep is een meesterschap. 
  1. het meester zijn
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord meesterschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.