vakmanschap
Nederlands
Woordafbreking
- vak·man·schap
Zelfstandig naamwoord
vakmanschap o
- vaardigheid in een beroep of handel, de vaardigheid om hoog kwalitatief werk af te leveren
- Het kunnen inkleden van een onderwerp met behulp van personificaties en door het gebruik van beeldelementen (dieren, planten, voorwerpen, kleuren) met een diepere betekenis maakte deel uit van het vakmanschap van schilder en dichter. [1]
Verwante begrippen
- bekwaamheid
- vakarbeid
- vakwerk
Vertalingen
1. vaardigheid in een beroep of handel, de vaardigheid om hoog kwalitatief werk af te leveren
Gangbaarheid
- Het woord vakmanschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vakmanschap' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Bron:
Tijdschrift Literatuur
Jaargang 5
Amsterdam University Press, Amsterdam 1988
DBNL - Digitale bibliothek voor de Nederlandse letteren - Met deze bekende slogan presenteerde biermerk Grolsch zich tot 1985 als brouwer van een zogeheten premium, een sterk biermerk.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.