rentmeesterschap
Nederlands
Woordafbreking
- rent·mees·ter·schap
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van rentmeester met het achtervoegsel -schap [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rentmeesterschap | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
rentmeesterschap o [2]
- het rentmeester zijn, de betrekking van rentmeester
- periode dat iemand rentmeester is
Gangbaarheid
- Het woord rentmeesterschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.