medeplichtig
Nederlands
Woordafbreking
- me·de·plich·tig
Woordherkomst en -opbouw
Vaste voorzetsels
- medeplichtig zijn aan
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | medeplichtig | medeplichtiger | medeplichtigst |
verbogen | medeplichtige | medeplichtigere | medeplichtigste |
partitief | medeplichtigs | medeplichtigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
medeplichtig
- (juridisch) bewust bijgedragen hebbend tot een bepaalde wandaad
- De aan berovingen medeplichtige man werd veroordeeld tot vijf jaar gevangenis.
Vertalingen
1. bewust bijgedragen hebbend tot een wandaad
Gangbaarheid
- Het woord medeplichtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'medeplichtig' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.