mannetje

Nederlands

Uitspraak

Geluid: mannetje (hulp, bestand)

Woordafbreking

man·ne·tje

Woordherkomst en -opbouw

afgeleid van man met het achtervoegsel -etje dat verkleinwoorden vormt

Zelfstandig naamwoord

mannetje o

verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord man
dier van het mannelijk geslacht

- Het mannetje zoekt een vrouwtje.
getekende menselijke figuur

Verwante begrippen

man

Spreekwoorden

zijn mannetje staan: flink zijn, zich laten gelden

Hyponiemen

clichémannetje
harnasmannetje
heinmannetje
loodsmannetje

marsmannetje
moddermannetje
pietermannetje
pootmannetje
schaapmannetje

sleepmannetje
steenmannetje
systeemmannetje
woutermannetje
zandmannetje

Afgeleide begrippen

mannetjesdier, mannetjeseend, mannetjesereprijs, mannetjesmaker, mannetjesmakerij, mannetjesman, mannetjesnoot, mannetjesorchis, mannetjesputter, mannetjesvaren

Vertalingen

1.

Engels: dwarf ^(en)

Spaans: hombrecillo ^(es) m

Gangbaarheid

Het woord mannetje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'mannetje' herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.