magistraat

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ma·gis·traat
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘overheid(spersoon)’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1586 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord magistraat magistraten
verkleinwoord magistraatje magistraatjes

Zelfstandig naamwoord

magistraat m

  1. (juridisch) (beroep) een persoon die rechtspreekt
    • De magistraat had zijn oordeel geveld. 
  1. (beroep) een persoon die is verkozen in een openbaar bestuursambt
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord magistraat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.