maaltijd
Nederlands
Woordafbreking
- maal·tijd
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘eten’ voor het eerst aangetroffen in 1285 [1]
- samenstelling van maal ww en tijd [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | maaltijd | maaltijden |
verkleinwoord | maaltijdje | maaltijdjes |
Zelfstandig naamwoord
maaltijd m
- (voeding) een hoeveelheid toebereid voedsel die voldoende is geruime tijd de lichamelijke behoefte te bevredigen
- De maaltijd was weer heerlijk, Anneke!
- Zij zitten aan de maaltijd.
Hyponiemen
|
Vertalingen
1. een hoeveelheid toebereid voedsel die voldoende is geruime tijd de lichamelijke behoefte te bevredigen
Gangbaarheid
- Het woord maaltijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'maaltijd' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.