luchter

Nederlands

luchter met kaarsen
Uitspraak
Woordafbreking
  • luch·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘lichtkroon’ voor het eerst aangetroffen in 1477 [1]
  • Naamwoord van handeling van lichten met het achtervoegsel -er [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord luchter luchters
verkleinwoord luchtertje luchtertjes

Zelfstandig naamwoord

luchter m [3] [4] [5]

  1. Een veelarmige lamp met een decoratieve functie, die aan het plafond hangt.
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord luchter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
81 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.