lijstduwer
Nederlands
Woordafbreking
- lijst·du·wer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van lijst zn en duwer zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lijstduwer | lijstduwers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
lijstduwer m
- (politiek) verkiezingskandidaat namens een politieke partij die persoonlijk naar verwachting veel stemmen zal trekken, maar op een (vrijwel) onverkiesbare plaats op de kandidatenlijst staat.
- Bij de gemeenteraadsverkiezingen duwt Groen-voorzitter Meyrem Almaci de lijst van haar partij in Antwerpen. (...) Lijstduwer wordt partijvoorzitter van Groen Meyrem Almaci. Zij wordt voorafgegaan door gemeenteraadslid Freya Piryns.[1]
- De Gentse N-VA heeft de knoop doorgehakt over de kwestie-Bracke. Siegfried Bracke krijgt de 27ste plaats, halverwege de lijst. Elke Sleurs is de lijstduwer vanop plaats 53.[2]
- Kuzu was lijstduwer, maar is gekozen met voorkeursstemmen. Zijn plek wordt na zijn vertrek ingenomen door advocate Natasha Hoesein.[3]
Gangbaarheid
- Het woord lijstduwer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'lijstduwer' herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- de Standaard 11/03/2018 om 16:58 door jvt Groen stelt Antwerpse lijst en slogan voor
- de Standaard 22/02/2018 om 07:44 door Wle, jvt Bracke staat halverwege Gentse N-VA-lijst
- de Telegraaf 29 mrt. 2018 Kuzu (Denk) voor zomer weer uit raad Rotterdam
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.