ligstoel
Nederlands
Woordafbreking
- lig·stoel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van lig ww en stoel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ligstoel | ligstoelen |
verkleinwoord | ligstoeltje | ligstoeltjes |
Zelfstandig naamwoord
ligstoel m
- een stoel waarin men gemakkelijk kan liggen
- Ik heb een paar ligstoelen gehuurd voor een dagje aan het strand.
Vertalingen
1. een stoel waarin men gemakkelijk kan liggen
Gangbaarheid
- Het woord ligstoel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ligstoel' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.