leut

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • leut
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘plezier’ voor het eerst aangetroffen in 1634 [1] [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord leut -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

leut v/m

  1. (informeel) genoegen, plezier, lol
    • Dat doen we gewoon voor de leut. 
  1. (informeel) (drinken) koffie
    • Zal ik 'ns een bakkie leut zetten? 
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord leut staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
80 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.