leraarslokaal
Nederlands
Woordafbreking
- le·raars·lo·kaal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van leraar en lokaal met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | leraarslokaal | leraarslokalen |
verkleinwoord | leraarslokaaltje | leraarslokaaltjes |
Zelfstandig naamwoord
leraarslokaal o
- (onderwijs) de kamer waar de leraren aanwezig zijn als ze op school zijn en geen les geven
Gangbaarheid
- Het woord leraarslokaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.