lenzen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lenĀ·zen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
lenzen
lensde
gelensd
zwak -d volledig

Werkwoord

lenzen [2]

  1. overgankelijk leegmaken.
  2. (scheepvaart) voor de wind varen
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • aflenzen, uitlenzen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

lenzen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord lens

Gangbaarheid

  • Het woord lenzen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.